top of page

De hoofdrolspelers

Machteld de Kroon

Managing Director van de Unit Bouw, Infra & Maritiem bij TNO

Tjeerd Rozendaal

Hoofdingenieur-directeur (HID) Programma's, Projecten en Onderhoud van Rijkswaterstaat

We praten met Tjeerd Rozendaal, hoofdingenieur-directeur (HID) Programma's, Projecten en Onderhoud van Rijkswaterstaat en Machteld de Kroon, Managing Director van de Unit Bouw, Infra & Maritiem bij TNO, kennisleverancier van onder andere Rijkswaterstaat, gemeentes en provincies. Zij voorzien beiden, net als De Bouwagenda, dat er samengewerkt moet worden om Nederland veilig en bereikbaar te houden.

Opgave in beeld

Machteld: ‘Wij hebben bij TNO de expertise om de toekomstige staat van een brug of sluis te voorspellen. Dat doen we middels de Predictive Twin methodiek: een volledige digitale kopie van een constructie die verbonden is met het fysieke kunstwerk door middel van sensoren. Met die sensoren kun je veranderingen in de constructie waarnemen en in de digitale kopie extrapoleren. Op basis van die extrapolatie kun je een prognose maken van het moment waarop de constructie toe is aan renovatie of vervanging. Als verkeer toeneemt is de constructie bijvoorbeeld eerder aan renovatie toe. Weet je dat, dan kun je dat inplannen in plaats van dat je reageert op een incident. Die prognosemodellen kun je maken en zijn erg nodig, maar ze zijn er nu nog niet voor alle belangrijke kunstwerken. Daarvoor hebben we meer data nodig, bijvoorbeeld over reparaties en incidenten. Assetmanagers kunnen die informatie bij elkaar brengen. En we moeten uniformiteit aanbrengen in die data. We hebben daarin nog een flinke slag te slaan.’

 

‘Dat was ook de conclusie van de bijeenkomst in september van het Bestuurdersnetwerk infra. Iedereen beaamde dat dit speelt: ‘We hebben de gehele opgave gewoon niet voldoende goed in beeld. Het risico van dit uitspreken met elkaar is dat je zegt dat de constructies in Nederland niet veilig zijn. Maar dat is niet aan de orde. En een risico van het niet precies weten wat de status is van de opgave, is dat we juist te voorbarig gaan vervangen. Een zorg is wel de planbaarheid van de werken en of we die werkzaamheden goed kunnen spreiden in de tijd. We hebben er met zijn allen veel baat bij om op een slimme manier de levensduur van onze kunstwerken te verlengen. Het is bovendien zo dat je met het oog op duurzaamheid een bouwwerk het beste zo lang mogelijk laat staan. Daar voorkom je ook nog eens maatschappelijke kosten mee.’

Tjeerd: ‘Het is zeker in een tijd dat we minder geld en andere problemen hebben zoals stikstof en corona belangrijk om te kijken hoe we zo economisch mogelijk omgaan met de assets. Daarvoor moeten we anders gaan werken met elkaar. Hoe doe je dat nou? En hoe deel je nou die data zoals Machteld eerder schetste? Dus het onderwerp waarop we tijdens die eerste bijeenkomst van het Bestuurdersnetwerk zijn samengekomen: ‘Hoe komen we tot een gezamenlijke aanpak’ sprak me aan. Ik heb alleen in een heleboel gremia gezien dat het samen tot een agenda komen niet lekker liep. Het verschil met dit netwerk is dat we allemaal op basis van persoonlijk commitment onze buikpijn en visie hebben uitgesproken. Mensen in dit netwerk zijn niet de ‘usual suspects’. Voor dit bestuurdersnetwerk heeft de kerncoalitie Bruggen en Sluizen van De Bouwagenda de fris denkenden uitgenodigd die de komende 10 jaar de asset-agenda zullen bepalen. Dit is een club die veel meer gewend is open samen te werken en zich kwetsbaar durft op te stellen. Zij weten heel goed wat ze wel en niet mogen vanuit hun positie en bevragen elkaar echt met de goede vragen en spreken elkaar ook aan. Er is geen verleden dat ze meedragen zodat wantrouwen of slechte ervaringen de kijk de ander bepaald. Wat wel? Samen kijken hoe we verder gaan en dat ook echt gaan doen.'

'Dit is een club die veel meer gewend is open samen te werken en zich kwetsbaar durft op te stellen. Zij weten heel goed wat ze wel en niet mogen vanuit hun positie en bevragen elkaar echt met de goede vragen en spreken elkaar ook aan'

Machteld: ‘Ik beaam wat Tjeerd zegt: binnen alle geledingen in de infra en de bouw zijn de problemen nu onderschreven en uitgesproken. Dat is belangrijk omdat het eigenaarschap in de infra nogal gefragmenteerd is. Het gaat in totaal om meer dan 80.000 constructies met bijna 400 daarbij behorende eigenaren. Er is niet één eigenaar van het totaalsysteem. Vanuit TNO perspectief hebben we best ideeën hoe we met bepaalde kennisontwikkeling de prognoses kunnen verbeteren. Maar die zijn veel beter toepasbaar als je dat overzicht over het totaalsysteem hebt. Dan doe je niet alleen ontwikkeling voor één brug, maar voor een conglomeraat. Kennis wordt dan beter gedeeld. Als we iets voor de ene gemeente ontwikkelen, willen we dat ook naar de andere gemeente brengen. Een overheidsopdrachtgever heeft er over het algemeen geen bezwaar tegen om die kennis te delen. Dat is publieke kennis.. Er is veel winst te behalen wanneer je gemeenschappelijk hierin optrekt. Dit is ook wat geagendeerd is in het Bouw en Techniek Innovatie Centrum (BTIC). Het Bestuurdersnetwerk Infra kan de vraagarticulatie doen zodat het BTIC het onderzoek verder kan aanscherpen. Het bestuurdersnetwerk is dus participant in een mogelijk programma bij BTIC.’

Tjeerd: ‘Rijkswaterstaat heeft veel geld in projecten gestoken en misschien te weinig in innovatie en kennisontwikkeling. Kennisinstellingen zijn wat mij betreft het water en cement tussen overheid en markt. Voor mij is het cruciaal dat zij betrokken zijn. Opdrachtgevers moeten ook eens goed onderzoeken of we onze budgetten kunnen bundelen om slimmer te investeren in kennis en innovatie. Als wij geld in asfaltontwikkeling steken wil ik dat kunnen delen met de gemeente Alkmaar bijvoorbeeld. Geef dan je mailadres maar zodat we onderling kennis kunnen delen. Dat vraagt wel om een mind-shift bij alle organisaties. Dat je niet meer alleen gaat redderen.’

Van nieuwbouw naar beheer

Machteld: ‘Deze hele opgave vraagt om een mindshift. We zijn in Nederland zeer gespitst op nieuwe infrastructuur. Dat geldt overigens ook voor Rijkswaterstaat. Een nieuwe brug en een nieuwe weg hebben een stoere uitstraling. Ik denk dat we nu veel meer te doen gaan krijgen met renovatie en vervanging. Maar dat werk zit onder de radar. Het is niet zichtbaar dat er veel werk wordt gedaan om de infra goed te houden. Het zorgt ervoor dat jullie een ander soort organisatie moeten worden. Een beheersorganisatie. Assetmanagement is een ander vak dan het realiseren van constructies.’

Tjeerd: ‘Dat klopt. We moeten de focus op ontwikkelen en innoveren verleggen van nieuwbouw naar beheer en onderhoud. Dat is politiek gezien minder sexy. We leven in een maatschappij waar onderhoud überhaupt ondergewaardeerd wordt. Toch is onderhoud en beheer een groot onderdeel van ons werk. We moeten eigenlijk meer investeren dan ooit te voren, maar ook keuzes maken wat we nu moeten doen en wat nog kan wachten tot morgen. En dat gaat op een bepaald moment in de toekomst ten koste van bereikbaarheid. We krijgen een moment dat die prioriteits-verschuiving zorgt voor gedoe op de weg, zoals files. Veiligheid staat boven alles, maar daarmee is het niet een oplossing voor wat ons te doen staat. We moeten scherpere keuzes voorleggen en de consequenties van die keuzes goed in onze verhalen verwoorden.’

 

'De veiligheid staat boven de bereikbaarheid. Maar heeft de kustlijnzorg dan prioriteit op het onderhoud van de bruggen of wegen? We moeten scherpe keuzes gaan maken.'

Wat is daarvoor nodig?

Machteld: ‘En het betekent ook dat je een handelingskader moet gaan maken waarin je omschrijft hoe je omgaat met je constructies en zodat je niet langer ad-hoc en incident-gedreven handelt. Zo kun je afwegingen maken tussen de kwaliteit van een constructie en de eventuele kosten die je op langere of kortere termijn moet maken.'

'Zo’n plan maak je in een prognose-rapport. Door een dergelijk prognose-rapport verplicht te stellen voor alle assetbeheerders kan je het inzicht in het systeem vergroten. Daarnaast is het samen optrekken van de verschillende partijen uit de sector voor het vormgeven en uitvoeren van een kennis en innovatieprogramma echt van belang. Met een kernteam uit het Bestuurdersnetwerk zijn we dit verder vorm aan het geven. Met een aantal enthousiastelingen hebben we wekelijks een online ontbijtsessie om stappen te zetten in onze lobby om dit voor elkaar te krijgen.'  

Tjeerd: ‘De lobby door de De Bouwagenda heeft in het algemeen gewerkt als katalysator voor de noodzakelijke aandacht voor de onderhoudsopgave en de noodzaak voor innovaties. De boodschap naar de politiek is gerichter geworden. De Bouwagenda heeft een belangrijke rol gespeeld bij vervanging, circulariteit, energietransitie en in die rol alle andere lobbyclubs meegekregen en samen laten werken. Als de Bouwagenda op dat moment was opgehouden was het wat mij betreft ook al een geslaagd project

geweest. Nu gaan we nog verder.’

Aanbevelingen

Politieke commitment en een significant startkapitaal beschikbaar stellen om een meerjarig landelijk programma voor toekombestendig beheer en onderhoud van ons kostbaarste publieke bezit uit te rollen (een Delta-aanpak).

 

Verplicht het maken van een prognoserapport voor alle assetbeheerders. Zo krijgen we landelijk een helderder beeld van wat de staat van hun constructies. Daar kunnen we een aanpak en een begroting op baseren op areaalniveau

Meer over dit onderwerp

Coalitiepartners

Een vangnet voor kunstwerken

De meeste bruggen, sluizen en kademuren, ofwel kunstwerken, in Nederland zijn in de jaren 60 en 70 gebouwd en komen aan het einde van hun levensduur. De Bouwagenda voorziet dat er een enorme bult werk aan zit te komen om die bruggen te vervangen en renoveren. Dat werk moeten slim opgevangen worden zodat we 3 zaken kunnen voorkomen: dat bruggen moeten worden afgesloten, dat we de doelen voor 2050 niet halen én dat de opgave astronomisch duur wordt omdat elke assetmanager zijn eigen constructies één voor één gaat aanpakken. Daarom heeft De Bouwagenda het Bestuurdersnetwerk Infra geïnitieerd. Het netwerk van bestuurders van assetbeheerders, kennisinstellingen en bedrijven uit de bouwsector gaan idealiter samen een aanpak formuleren om de vervangings- en renovatieopgave met gecombineerde planningen en budgetten voor 2050 te hebben afgerond.

>
<
bottom of page