top of page

Ook leuk om te lezen

Coalitiepartners

De hoofdrolspelers

Doekle Terpstrra

Voorzitter BTIC en Techniek Nederland

Doekle Terpstra, die sinds afgelopen zomer het voorzittersstokje van het BTIC overnam van Maxime Verhagen, zet zich in voor de volgende stap: “Iedereen die belangrijk is voor onze opgave, is aan boord bij het BTIC en we worden gevonden voor innovatievragen. Dat is mooi. Tel je zegeningen, maar tel ze één voor één. Het is nu tijd voor de volgende fase”.

 

 

Keten van gelijken

‘We spreken binnen deze muren niet meer van de ‘bouwsector’. Dat is achterhaald. De maatschappelijke thema’s om ons heen dwingen ons om op een andere manier naar elkaar te kijken en met elkaar te werken. Het Bouw en Techniek Innovatiecentrum is daarom begonnen vanuit de wetenschap dat we met de ontwerp-, bouw- en techniekketen aan de vooravond staan van grote veranderingen en dat we elkaar nodig hebben om die aan te kunnen. Ontwerp, bouw en techniek hebben elkaar steeds nadrukkelijker nodig en misschien ook niet meer in de volgorde zoals ik deze noem. Er is een nieuwe sector aan het ontstaan waarin die werelden zich steeds meer aan elkaar verbinden en vanaf het begin van projecten samen optrekken, omdat we gebouwen en infrastructuur willen maken die nieuw en anders zijn. Gebouwen en wegen kunnen tegenwoordig communiceren, we willen deze circulair ontwerpen en duurzaam bouwen. Hoe doen we dat? Voor zulke vragen zit je vanaf stap één met elkaar aan tafel. Daarom is denken in een keten het nieuwe denken.‘

 

'Er is een nieuwe sector aan het ontstaan waarin die werelden zich steeds meer aan elkaar verbinden en vanaf het begin van projecten samen optrekken, omdat we gebouwen en infrastructuur willen maken die nieuw en anders zijn.'

 

‘Alleen heeft de kennis die we in de keten zo hard nodig hebben om de veranderingen zoals de energietransitie, digitalisering en circulariteit op te kunnen pakken, zich in de loop der jaren versnipperd. Bedrijven in de ontwerp-, bouw- en techniekketen zijn zonder uitzondering aan het innoveren, maar ze zetten hun werk niet weg als innovatie. Wanneer je vraagt ‘hebben jullie een Research & Development-budget?’, dan hebben ze dat vaak niet. Maar ze zijn wel degelijk bezig met innovaties. Bedrijven slaan er alleen niet over op de trom. En dus kapitaliseren ze hun kennis te weinig. Anderzijds hebben de kennisinstellingen, universiteiten en hogescholen kasten en hoofden vol met inzichten. Maar vinden hun weg niet collectief naar het bedrijfsleven. Wij willen bedrijven en kennis- en onderwijsinstellingen helpen om dat wel te kunnen doen. Op de huidige manier leert namelijk niemand van elkaars innovaties en inzichten en komen we als totale branche niet verder. Het besef is er nu: we moeten die kennis op zo’n manier bundelen dat we de gehele keten aan boord krijgen en dat we de kennisinstellingen en overheid ook betrekken. Gezamenlijk moeten zij weten wat er speelt in de ontwerp-, bouw- en technieksector om te kunnen bijdragen aan het oplossen van de maatschappelijke problemen. En vervolgens de investeringen daarop beter richten, zowel wat betreft geld als beleid.’

 

Samenwerkingsstructuur

‘Het BTIC heeft bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken aangegeven dat we hiervoor een stevige kennis- en innovatie-infrastructuur nodig hebben. Die is hard nodig om alle partijen in de ontwerp-, bouw- en technieksector te helpen om een antwoord te geven op de uitdagingen die we hebben. Kijk maar om je heen, wat er voor de energietransitie moet gebeuren in de gebouwde omgeving is echt giga. Wij denken dat zo’n infrastructuur ons als sector, kennis- en onderwijsinstellingen en overheid gaat helpen om te doen wat we met z’n allen moeten doen. Die kennisinfrastructuur moet opgetuigd worden met middelen die voldoende zijn om de maatschappelijke opgave te kunnen vervullen. In ons voorstel aan het ministerie van Binnenlandse Zaken geven we het partnership met de overheid vorm, zodat we samen kunnen opschalen. De uitdaging ligt in het coherent organiseren van zo’n samenwerking. Op dit moment hebben we te maken met verschillende ministeries: woningbouw zit bij Binnenlandse Zaken, het energiesysteem en innovatie bij Economische Zaken en Klimaat, stikstof bij Landbouw en de infra is ondergebracht bij Infrastructuur en Waterstaat. Hoe werkt dat nou met de onderlinge departementen? En hoe kunnen we die opgelijnd krijgen, zodat iedereen echt betrokken is en dezelfde doelstelling heeft met innovatie en opschaling? Dat plan is nu in de maak.’

'Het mkb moet weten dat er een plek is waar ze terecht kunnen met hun vragen én hun kennis over innovaties.'

Vaardigheden voor de toekomst

‘Overigens wij hebben niet de pretentie dat het Bouw en Techniek Innovatiecentrum voorschrijft hoe de samenwerking tussen overheid en de marktpartijen in de praktijk moet verlopen en welke innovaties er nodig zijn. Wij kunnen alleen faciliteren door mensen, organisaties en hun behoeften aan elkaar te knopen, kennis te bundelen en meer duidelijkheid te scheppen over de beschikbare geldstromen die er zijn waar bijvoorbeeld mijn achterban vaak geen weet van heeft. Het opschalen en versnellen van de innovaties kan vervolgens actief door de Bouwcampus verder worden gebracht.  Ook kunnen we de trends benoemen die wij in onze analyses zien, zodat we daarover kunnen adviseren. Wij waren bijvoorbeeld bij uitstek een sector van het vmbo, maar er moeten nu ook hbo’ers die andere vaardigheden hebben, binnenkomen om het werk van de toekomst te kunnen doen. De aard van de sector is snel aan het veranderen. De huidige sjablonen passen niet meer. Die enorme snelheid van veranderingen zorgt voor een compleet andere wereld die vraagt om grote wendbaarheid. Gelukkig ziet het onderwijs dat ook.’

‘We zijn blij dat we de Vereniging Hogescholen aan boord hebben, net als de vier Technische Universiteiten en TNO. Zo kunnen we een intensieve samenwerking tussen onderwijs en marktpartijen vorm gaan geven en krijg je een lerend ecosysteem. Daar heeft De Bouwagenda ook aan bijgedragen met het initiëren van een mbo-convenant Klimaattechniek: een opleiding die in nauw contact met de marktvorm krijgt en meebeweegt met de veranderingen in de energietransitie, circulariteit en klimaatadaptatie. Door deze insteek kunnen we ook stellen dat de opleiding jongeren een werkgarantie geeft. Het mbo is voor de bouw en techniek net zo cruciaal als het hbo. Voor het forceren van grote doorbraken heb je zowel mensen nodig die praktijkonderzoek doen als mensen die dat vervolgens uitvoeren in projecten in de gebouwde omgeving en de infra.’

 

'Het mkb moet weten dat er een plek is waar ze terecht kunnen met hun vragen én hun kennis over innovaties.' 

 

Dichter op de bedrijven

‘Het feit dat we alle partijen aan boord hebben gekregen in het eerste jaar onder leiding van Maxime Verhagen en nu doorstomen naar een breed gedragen kennis- en innovatie-infrastructuur zegt iets over de behoefte die de branche heeft. Ja, men weet het BTIC te vinden, dat is een heel goed teken. ‘Count your blessings’, maar tel ze één voor één. De brancheorganisaties zijn goed verbonden met het BTIC. Maar nu moeten we ook de individuele bedrijven in de ontwerp-, bouw- en technieksector ons weten te vinden. Dus moeten we het contact met de praktijk verder opschalen en dichter bij de bedrijven komen, om nog scherper op het netvlies te krijgen waar zij behoefte aan hebben en kennis en innovaties te delen. Dit is een enorm belangrijke pijler in het geheel: het mkb moet weten dat er een plek is waar ze terecht kunnen met hun vragen én hun kennis over innovaties. Heel veel innovaties vinden hun oorsprong in het mkb. Het is onze taak om dat te benoemen en uit te dragen, want zij zijn van een enorm belang voor ons allemaal.’

Aanbevelingen

Bouw, laat zien hoe innovatief je bent!

Innoveren doe je samen, dat is de stelling van het Bouw en Techniek Innovatiecentrum (BTIC). De Bouwagenda heeft het BTIC geïnitieerd om kennisontwikkeling en innovatie, enkele van de randvoorwaarden voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving, aan te jagen. Het BTIC is een samenwerkingsverband tussen het bedrijfsleven, kennis- en onderwijsinstellingen en de overheid. Samen zetten zij zich in om innovatiebehoeftes uit de markt en onderzoekstrajecten vanuit kennisinstellingen in publiek-private, meerjarige programma’s te bundelen. Door een efficiënter en gebundeld proces kunnen innovaties worden versneld en op grote schaal tot stand komen. En dat is belangrijk om de verduurzamingsopgave in de gebouwde omgeving uiteindelijk haalbaar en betaalbaar te maken. De bouw en techniek sector als topsector met bijbehorende financiële faciliteiten.

>
<

Bewegend beeld

bottom of page